Donkere, robijnrode kleur met paarse reflecties. Typische neus van donker fruit als braambessen, myrtilles, pruimen en aardbei met een licht kruidige ondertoon. In de mond lekker fruitig en sappig met een klein bittertje eigen aan Carmenère. Medium afdronk die aangenaam en soepel blijft nazinderen.

Door zijn licht bitter karakter is Carmenère ideaal bij rood vlees of Barbecue in het algemeen maar kan ook heel lekker smaken bij sterker smakend vlees zoals lam, struisvogel of wilde eend.

klimaat

Curicó valley is opgedeeld in enkele andere kleinere valleien en dalen. De koelere valleien zoals Lontué worden gebruikt voor witte druiven de iets warmere zoals Maule voor de blauwe druiven. Algemeen kenmerk is dat de temperatuur overdag en 's nachts sterk kan variëren. Dit maakt dat de druiven traag en lang kunnen rijpen. In het algemeen heerst er een Mediterraans klimaat met warme droge zomers en korte koude winters. Zowel het Andesgebergte als de oceaan spelen hierbij een grote rol.

ondergrond

Arme zanderige gronden die variëren tussen meer klei en meer kalk gedomineerde gronden.

vinificatie

De druiven worden in de koelte van de ochtend geplukt. Klassieke fermentatie wordt opgestart op inox vaten met maceratie op de pelletjes. Na 2-3 maanden wordt hij van zijn droesem gescheiden en rust hij nog even verder op inox alvorens gebotteld te worden.